De Belgisch-Franse zuster Soeur Emmanuelle overleed zondagnacht op 99-jarige leeftijd. De Franse president Nicolas Sarkozy noemde haar 'een zuster voor ons allen'. Jacques Chirac bracht hommage aan een 'uitzonderlijke vrouw, vervuld van grootmoedigheid, menselijkheid en wijsheid'. Hilde Kieboom kende haar persoonlijk en legt uit waarom ze zo bijzonder was.
Vandaag wordt soeur Emmanuelle in alle intimiteit begraven. Madeleine Cinquin, Brusselse van geboorte, overleed maandag in Zuid-Frankrijk, op een zucht van haar honderdste verjaardag. Deze Frans-Belgische zuster kende een merkwaardige levensloop en bleef door haar enthousiasmerende getuigenis tot op het laatst razend populair, vooral in de Franstalige wereld, maar ook daarbuiten. Enkele jaren geleden maakte ze indruk op de sofa bij Mark Uytterhoeven in De laatste show.
Treffend is dat ze het werk waar ze beroemd mee werd, pas begon in 1971. Ze was toen al 63, de leeftijd waarop anderen aan uitbollen beginnen denken. Toen pas verkreeg ze de toestemming van haar congregatie om haar levensdroom en diepste roeping waar te maken: tussen de armsten leven. In haar geval waren dat de 'voddenrapers' van Caïro - de arme bevolking die destijds in die miljoenenstad het huisvuil ophaalde en sorteerde (en van wie het lot mede door haar toedoen sindsdien verbeterde).
Voordien leidde ze een onopvallend bestaan, waarin ze lesgaf aan eerder gegoede meisjes in Istanbul, Tunis en Alexandrië. Hoe hield ze dat al die tijd vol? "Door mijn droom in mijn gebed te koesteren", antwoordde ze ooit in een interview. Ze had al eerder naar Caïro kunnen trekken, maar dan moest ze uittreden uit haar congregatie en iets nieuws beginnen. Dat wilde ze niet: ze wilde trouw blijven aan haar eerste keuze en haar gelofte van gehoorzaamheid. Ze was eigenzinnig, maar niet zozeer dat ze niet besefte dat ze de steun van haar medezusters nodig had.
Dat alles geeft te denken in een cultuur die de zelfrealisatie boven de trouw aan het gegeven woord stelt, die 'je eigen ding doen' ophemelt en die mensen na de actieve leeftijd onterecht gemakkelijk afschrijft.
Met haar werk tussen de 'chiffonniers' verwierf zuster Emmanuelle blijvende bekendheid. Toch was ze allerminst een vrouw die zich maar op een thema toespitste. Toen ze navolging kreeg stichtte ze een vereniging voor sociale en medische hulp aan kinderen, die momenteel in negen landen actief is. In 1993 - ze was toen al 84 - keerde ze definitief terug naar Europa. Maar dan nog bleef ze het onvermoeibaar opnemen voor armen, daklozen, bejaarden en sans-papiers. Met haar boeken en haar voordrachten raakte ze bovendien het hart van almaar meer tijdgenoten, niet het minst de jongeren.
Wat was het geheim van die oude en frêle ogende vrouw, die sprak met een hoog stemmetje, en steevast onder haar verkleurde habijt afgelopen sportschoenen droeg? Zelfs in haar laatste levensjaren, die ze in een rolstoel tussen de muren van een bejaardentehuis doorbracht, wist ze een ongeziene levensvreugde uit te stralen. "Honderd jaar zijn betekent voor mij dat alles goed is, alles mooi is. Of je nu leeft of sterft, alles is goed. Ik ben niet bang voor de dood", getuigde ze vorig jaar nog in Tertio. Ze vertelde hoe ze vanuit haar rolstoel in haar gedachten en haar gebeden de wereld bleef bereizen.
Wat mij het sterkst bijblijft uit mijn talrijke ontmoetingen met haar, is dat ze de tijdgeest goed aanvoelde, zonder in cultuurpessimisme te vervallen. Ze maakte de gigantische veranderingen van afgelopen eeuw mee, ze kon erg tekeergaan tegen het onrecht, maar ze wist ook steeds de verworvenheden van de veranderende tijd te waarderen. De grote vrijheid waarover je in onze tijd beschikt, de communicatiemogelijkheden waarmee je je voor anderen en de wijde wereld kunt interesseren, ze vond het allemaal beter dan in haar jonge dagen. Ook al was haar katholieke geloof erg traditioneel, gemoraliseer was haar vreemd. Haar liefde voor de armen was nooit ideologisch: het was nooit een keuze tégen de rijken. Daarom wist ze de jonge generaties sterk uit te dagen, om iets van hun leven te maken, hun vrijheid te benutten en zonder grenzen lief te hebben. "Als je echt wilt leven, moet je liefhebben" was haar ontwapenende leuze.
Het patente gebrek aan levenslust in de westerse samenleving schokte haar. "De zwaarmoedigheid lijkt hier ieder huis binnen te sluipen, terwijl ginder vreugde heerst. Er is geen water, elektriciteit of vrije tijd, maar de band van liefde en vriendschap vormt er wel de basis van het dagelijkse leven." Ze leerde mij de evangelische uitspraak begrijpen dat "de eersten de laatsten zijn, en de laatsten de eersten". Ook als armoede miljoenen mensen wereldwijd wanhopig maakt, toch genereert de materialistische geldmachine weinig vertrouwen in de toekomst en levensvreugde die nodig zijn om in te grijpen in de geschiedenis. Het leven van zuster Emmanuelle toont dat innerlijke slagkracht niet het gevolg is van een leven in materiële rijkdom, maar eerder van de typisch christelijke gratis dienstbaarheid aan de zwaksten.
Zuster Emmanuelle scoorde traditioneel hoog op de populariteitslijstjes in de Franstalige wereld, en werd vele malen bekroond, onder meer in 2005 als grootofficier van de Belgische kroonorde. Maar haar authentieke leven toont vooral aan wat de wereld van christenen verlangt: niet te veel gemoraliseer, maar iedereen liefhebben, vooral de armsten. En levensvreugde en hoop doorgeven.
Hilde Kieboom is voorzitster van de Sint-Egidiusgemeenschap in Antwerpen en columniste van deze krant.